woensdag 20 december 2006

De schone kant van de markiezin

De voorkant van het Markiesgebouw, één van de Brusselse gebouwen die de Vlaamse Overheid professioneel omverwoont, is schoon door de verwijzingen links naar de Kathedraal. Ook de achterkant heeft zijn schone kant, maar dan van een heel andere aard. Het biedt een schuilplaats aan daklozen. En daarvan zijn er naar 't schijnt steeds meer!
Meestal liggen ze er 's s morgens onbeweeglijk, soms zijn ze er 's avonds terug, soms zijn er andere, en soms ligt het portaaltje ook leeg. Al snel wordt een mens aan dit tafereel gewoon, maar wanneer hun gezicht zichtbaar is ... krijgt de armoede echt een gezicht.
Dan pas wordt het echt aangrijpend. Vaak zijn het ofwel erg oude, soms ook jonge mannen die er liggen. Dan komt steeds weer de vraag: hoe is dit mogelijk in tijden van welvaart, OCMW en sociale zekerheid?
Wie zijn ze? En waar liep het fout? Is het de fles, zoals bij Antwerpens bekendste bedelaar? Is het het drugsmisbruik? Onaangepastheid aan de maatschappij? Of haalt men veeleer het argument van de ongelukkige jeugd boven?
Of is er toch meer aan de hand, waardoor mensen in een negatieve spiraal terecht komen en daardoor uit de bood vallen bij de (sociale) instellingen die dit liliputterlandje rijk is? Is het het verhaal van een mislukte migratie? Is het zo dat er ook hier, zoals in de buurlanden, ook mensen met een minimumloon meer en meer in de gevarenzone komen? Of gaat het hier zo veel beter?
In elk geval valt het op dat er nergens gepraat wordt over de, ongetwijfeld erg diverse, factoren die leiden tot dakloosheid! Nochtans ben ik er heel benieuwd naar.

Pas als men die gegevens heeft, kan men meer doen dan enkel opvangcentra voor daklozen inrichten. En daar zijn er nu ook al van te kort. Op die manier zou men tenminste de mensen van goede wil (of sterk genoege wil) voor het daklozenbestaan kunnen behoeden.

Je merkt het ongetwijfeld aan deze post: kerstmis nadert. En ondertussen halen de bureauc'ratten van het Markiesgebouw hun nauwelijks opgeschoonde klassementen, met tal van overbodige dubbels en een overdosis aan te vermijden paperassen, over naar een nieuw ingehuurd gebouw waar ze hopelijk niet volledig in de oude gewoonten hervallen. Wij, ambtenaren, zullen dit weekend wel lekker eten.

Geen opmerkingen: