dinsdag 26 augustus 2008

Paarden, zwaarden en ziektekiemen

Wat bepaalt of een bepaald gebied een rijke bevolking zal herbergen die de wereld zal domineren en bij andere dood en verderf zal zaaien, en wat bepaalt dat bepaalde gebieden net gedomineerd worden of de bevolking uitgemoord door geweld, epidemieën, of nog dat bepaalde gebieden tot recent door jagers/verzamelaars bewoond worden?

Een loodzware zin om een log te beginnen, maar eentje die tot nadenken stemt. Volgens Jared DiamOnd bepalen geografische factoren dat. Die bepaalden waar landbouw/veeteelt primair kon ontstaan en welke gebieden er ontvankelijk voor konden zijn. Een intrigerend boek zowaar. Niet zozeer door de boodschap zelf, want die is gekend, maar vooral doordat het boek alles op een rijtje zet. Een mens wordt er stil van, maar gelukkig is er ook het besef dat niet alles zo deterministisch is (hoewel?).

Het boek samengevat in enkele zinnen:

  • Geografie is sterk bepalend voor waar landbouw kon ontstaan.
  • Landbouw/veeteelt hoeft niet beter te zijn dan jagen/verzamelen. De (geografische) omstandigheden bepalen dit of dit op een bepaalde plaats het geval is.
  • Landbouw/veeteelt ontstond daar waar de natuur op het einde van de ijstijd rijkelijke natuurlijke oogsten voortbracht die sedentair leven toelieten, zonder dat men aan landbouw deed.
  • De beschikbare wilde planten/dieren bepaalden de mogelijkheden voor domesticatie (nog een geografische afhankelijkheid).
  • De verspreiding gaat het snelst langs oost-westassen (vergelijkbare ecosystemen). Dus vlotte verspreiding van de landbouw/veeteelt in Eurazië, en moeilijk in bvb Afrika, en vooral de Amerika's.
  • Geografische hindernissen beperken de uitwisselingsruimte. In kleinere ruimtes is er minder kans op grote ontdekkingen/uitvindingen. Dat geldt ook in de evolutie naar landbouw/veeteelt.
  • Deze vier factoren zijn eveneens belangrijk voor de verspreiding van andere ontdekkingen (wiel, wapens, ...).
  • Landbouw/veeteelt zorgt voor verdere bevolkingsgroei.
  • Landbouw, maar vooral veeteelt, zorgt samen met grotere groepen mensen voor een ander soort ziekten: epidemieën.
  • Meer volk zorgt voor gecompliceerdere sociale en politieke structuren.
  • Daardoor ontstaat schrift.
  • Door dit alles ontstaan hiërarchieën en geordende staten.
  • Staten die dit hebben overwinnen andere groepen, want ze zijn met meer, hun ziektekiemen decimeren de tegenstander die deze niet kennen, hun uitvindingen/ontdekkingen leveren een competitief voorbeeld, door het schrift zij ze veel beter georganiseerd, en door hun sterk uitgebouwde staten zijn ze des te meer in het overwicht.
Met dit overzichtje is uiteraard de nuance verloren, en lijkt het nog des te deterministischer. Maar, wie het leest ontdekt een fascinerend boek dat de vele, in onze hoofden vaak losse bouwstenen bijeenbrengt, en tot nadenken aanzet.

Geen opmerkingen: