zondag 21 januari 2007

Als een dief door de nacht

Mijn voornemen nog met de laatste trein naar huis te vertrekken, is zoals verwacht weer niet haalbaar gebleken. Toch had ik me ook voorgenomen voor eens niet te blijven logeren. De eerste trein werd dus mijn trein.

Ik reisde met de sec terug naar de Brusselse vijfhoek, waar ze woont. Haar partner lag thuis al te ronken, maar zij ... had haar sleutel vergeten. En meneer was niet wakker te krijgen. Hij bleef ronken. Dan maar samen, als dieven in de nacht, zoeken hoe we in het appartement binnen konden raken. Het haalde niets uit. Het ding was overal veilig afgesloten. Zij belde een kameraad, waar ze kon blijven slapen.
En ik … wandelde naar het Centraal Station. Het was ondertussen rond vijven, en er was weinig leven meer in de stad. Op de trappen bij de kunstberg hoorde ik nog geroezemoes. Daar zat duidelijk nog groepke te socialiseren. Ook aan de andere kant, op het Albertinapleintje hoorde ik nog gepraat. Toch bleek vooral het Centraal Station nog dé meeting point. Verspreid over de perrons zaten nog jonge gastjes te kletsen en pinten te drinken, terwijl er in het eerste half uur nog geen treinen te verwachten waren.
Met de eerste trein in die richting ging ik mee tot het Zuidstation; Het nachtelijke Centraal had ik ondertussen wel gezien. Op dat ochtendlijk uur geeft de brede centrale gang van het Zuid, met zijn vele, gesloten winkels, wel en erg desolate indruk. Da’s ook te begrijpen, want het eigenlijke spectakel speelde zich af op het perron waar ik post vatte.
Eén meisje steelde er de show. D’r was duidelijk serieus iets mis mee. Steeds weer ging ze op de grond zitten, kuste ze de grond, stond ze weer recht, ging ze weer op de knieën zitten, … En was het even over, dan begon ze een paar minuten later weer.
Toen ze in mijn buurt passeerde kon ik het niet laten. Met mijn zatte botten zei ik: ‘meiske, da’s nie gezond zunne’. Ze verstond het niet: dan maar in’t Frans. Ze leek het te verstaan, maar brabbelde iets terug dat ik niet verstond, al kan het ook dat ik gewoon te veel gedronken had om het nog te verstaan. In elk geval bleef ze haar ding doen. Gelukkig was er nog ander, normaal, volk. Waaronder één dame die een klapke kwam doen over het vreemde tafereel.

Geen opmerkingen: